Neurofeedback
ADVIES
Neurofeedbacktraining wordt in de (inter)nationale richtlijnen niet geadviseerd voor de behandeling van ADHD, omdat er onvoldoende evidentie is voor een effect groter dan placebo. Omdat deze behandelingen populair zijn in Vlaanderen en Nederland geven we hieronder wat uitleg zodat er voldoende begrepen wordt waarom ze wel nog steeds verder onderzocht worden.
DOEL
Bij neurofeedback training worden hersengolven via een EEG geregistreerd en omgezet naar visuele feedback (bv. de snelheid waarmee een speelfiguurtje in een computerspel loopt of de hoogte waarop een vliegtuigje vliegt). Wanneer de gewenste hersengolven worden geregistreerd wordt dit visueel beloond (bv. de speelfiguur gaat sneller lopen of het vliegtuigje gaat hoger vliegen). Op die manier wordt getracht om iemand controle te leren krijgen over zijn/haar hersengolven. Door de voortdurende bekrachtiging van de juiste aanpassing op neurofysiologisch niveau, wordt gehoopt om een automatische reflex te creëren, die dit ook toepast in het dagelijks leven zodra de neurofysiologische toestand suboptimaal wordt. Er bestaan verschillende programma’s die op verschillende neurofysiologische parameters bijsturen. Zo kan er bij ADHD bijvoorbeeld worden er gefocust op de suboptimale verhouding van snellere en tragere hersengolven. De hypothese is dat door het optimaliseren van de neurofysiologische alertheids- en activatietoestand, het concentratievermogen zal toenemen en de hyperactiviteit-impulsiviteit zal afnemen Een training bestaat meestal uit een aantal maanden training waarbij één tot meerdere keren per week geoefend wordt aan de EEG-machine gedurende ongeveer 20 minuten.
WERKING
De effectiviteit van neurofeedback is momenteel nog onduidelijk. Er werden bij verscheidene studies positieve resultaten gevonden, zowel op het bijsturen van de neurofysiologische parameters als op de symptomen gerapporteerd door de ouders. Bij studies die vergelijken met een placebo-training of die veranderingen in het gedrag, gerapporteerd door geblindeerde observatoren in rekening brengen worden er echter geen significante resultaten gevonden waardoor er geen meerwaarde is ten opzichte van placebo.