Adolescentie
FUNCTIONEREN OP SCHOOL
- Onderpresteren
- Klas overdoen als gevolg van concentratieproblemen
- Opleiding niet afmaken
- Spijbelen
- Van school gestuurd worden
- Veel langer over opleiding doen dan gebruikelijk
- Intellectuele en cognitieve vaardigheden worden onderschat
- Moeite met het maken van huiswerk
- Commentaar leerkrachten over gedrag / concentratie
- Voortijdig schoolverlaten (gedemotiveerd, absenteïsme, uitsluiting van de school)
GEZINSFUNCTIONEREN
- Vaak ruzie met broers en zussen, ouders
- Vaak straf
- Weinig contact met familie vanwege conflicten
- Langer structuur van ouders nodig dan normaal
- Ouders weten zich geen raad met het gedrag van hun kind
RELATIES LEEFTIJDSGENOTEN
- Moeite met onderhouden van sociale contacten
- Conflicten als gevolg van communicatieproblemen
- Conflicten als gevolg van impulsief gedrag
- Moeite met het aangaan van sociale contacten
- Weinig vrienden
- Gepest worden
- Buitengesloten zijn / niet mee mogen doen met groep
- Zelf pesten
VRIJE TIJD
- Niet goed kunnen ontspannen in vrije tijd
- Zeer veel moeten sporten om te kunnen ontspannen
- Blessures als gevolg van vele sporten
- Continu bezig zijn en hierdoor oververmoeid raken
- Snel uitgekeken zijn op hobby’s
- Sensation seeking en/of risicovol gedrag:
- Onvoorzichtig in verkeer
- Experimenteren me middelen
- Gokken, andere verslavingen
- Seksueel onvoorzichtig gedrag
- Contact met politie/justitie
- Vaak ongelukken
ZELFBEELD
- Onzekerheid door negatieve opmerkingen anderen
- Negatief zelfbeeld vanwege faalervaringen
- Faalangstig om aan nieuwe zaken te beginnen
- Overmatig heftig reageren op kritiek
- Veeleisend zijn voor zichzelf